Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Spaans Nederlands
  • adaptarse a = zich aanpassen aan
  • además = bovendien
  • la alimentación = de voeding
  • aparte de = behalve / afgezien van
  • aunque = ook al / hoewel
  • la cantidad = de hoeveelheid
  • contener = bevatten
  • la costumbre = de gewoonte
  • el cuerpo = het lichaam
  • conseguir = bereiken
  • tomar medidas / conseguir

    bereiken

  • el desarrollo = de ontwikkeling
  • la desventaja = het nadeel
  • la enfermedad = de ziekte
  • la eficacia = de doeltreffendheid
  • el error = de fout
  • gracias a = dankzij
  • la grasa = het vet
  • la mayoría = de meerderheid
  • la mitad = de helft
  • moverse = zich bewegen
  • el objetivo = het doel
  • perder peso = gewicht verliezen
  • por supuesto = uiteraard
  • la prevención = de preventie
  • el riesgo = het risico
  • saludable = gezond
  • según = volgens
  • simular = simuleren
  • sin embargo = toch / niettemin
  • tan = zo
  • tener razón = gelijk hebben
  • tomar medidas = bereiken
  • tomar medidas / conseguir

    bereiken

  • ya que = aangezien
  • ya que / pro cuanto que

    aangezien

  • la ventaja = het voordeel
  • el voluntario = de vrijwilliger