FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Spaans
De Uitgeversgroep
SPA A2 HO
A2 - 2e editie
Hoofdstuk 6.0 - Productinformatie lezen
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Spaans
Nederlands
Amable
=
Aardig
Anotar
=
Noteren
Cada
=
Iedere
Cada cuarto de hora
=
Ieder kwartier
Cada día
=
Iedere dag
Cada diez mintutos
=
Iedere 10 minuten
Cada hora
=
Ieder uur
Cada martes
=
Iedere dinsdag
Cada media hora
=
Ieder half uur
Cada semana
=
Iedere week
Como máximo
=
Maximaal
Como mínimo
=
Minstens
Cómodo
=
Comfortabel
Comunicar a...
=
Melden bij...
Con antelación
=
Van tevoren
Con guía
=
Met gids
Con una semana de antelación
=
Een week van tevoren
Consultar disponibilidad
=
Beschikbaarheid checken
Después/después de
=
Daarna/na
Disfrutar de
=
Genieten van
El accidente
=
Het ongeluk
El almuerzo
=
De lunch
El autobús de dos pisos
=
De dubbeldekker
El baño completo
=
De complete badkamer
El bocadillo
=
Het broodje
El café
=
De koffie
El calzado
=
De schoenen
El canal
=
De gracht
El castillo
=
Het kasteel
El chocolate
=
De chocolade
El chorizo
=
De Spaanse worst
El consejo
=
Het advies
El departamento
=
De afdeling
El envase
=
De verpakking
El espectáculo
=
De show
El horario
=
Het rooster
El horario de apertura
=
De openingstijden
El huevo
=
Het ei
El huevo frito
=
Het gebakken ei
El huevo pasado por agua
=
Het gekookt ei
El huevo revuelto
=
Het roerei
El idioma
=
De taal
El jamón
=
De ham
El járabe
=
De stroop
El jefe de recepción
=
De front office manager
El mantenimiento
=
Het onderhoud
El menú del día
=
Het dagmenu
El paisaje
=
Het landschap
El pan
=
Het brood
El panqueque
=
De pannenkoek
El parque acuático
=
Het waterpark
El problema
=
Het probleem
El puente
=
De brug
El queso
=
De kaas
El refresco
=
De frisdrank
El responsable
=
De verantwoordelijke
El robo
=
De diefstal
El salame
=
De salami
El sitio web
=
De website
El tamaño
=
De grootte
El té
=
De thee
El techo
=
Het dak
El tiempo libre
=
De vrije tijd
El vaso
=
Het glas
El yogur
=
De yoghurt
El zumo
=
Het sap
Elegir entre
=
Kiezen uit
En línea
=
Online
En plena naturaleza
=
Midden in de natuur
Es obligatorio
=
Het is verplicht
Es posible
=
Het is mogelijk
Es recomendable
=
Het is raadzaam
Inadecuado
=
Ongeschikt
Informar
=
Laten weten
Inolvidable
=
Onvergetelijk
Jubilado
=
Gepensioneerd
La alimentación
=
De voeding
La cafetería
=
De lunchroom
La cantidad
=
De hoeveelheid
La catedral
=
De kathedraal
La cava
=
De champagne
La cerveza
=
Het bier
La charla
=
Het gesprekje
La duración
=
De duur
La ensalada de frutas
=
De fruitsalade
La entrada
=
Het toegangskaartje
La estación
=
Het station
La experiencia
=
De ervaring
La fruta
=
Het fruit
La fuerza mayor
=
De overmacht
La gente
=
De mensen
La hamaca
=
Het ligbed
La hamburguesa
=
De hamburger
La hoja de reclamaciones
=
Het klachtenformulier
La leche
=
De melk
La limpieza
=
De schoonmaak
La mantequilla
=
De boter
La medialuna
=
De croissant
La mermelada
=
De jam
La miel
=
De honing
La mujer
=
De vrouw
La opción
=
De keuze
La panceta
=
De bacon
La silla
=
De stoel
La sombra
=
De schaduw
La sombrilla
=
De parasol
La temporada alta
=
Het hoogseizoen
La temporada baja
=
Het laagseizoen
La temporada media
=
Het tussenseizoen
La terraza
=
Het terras
La torta
=
De taart
La visita panorámica
=
De sightseeing
Las normas
=
De regels
Las observaciones
=
De opmerkingen
Las patatas fritas
=
De frietjes
Las salchichas
=
De worstjes
Llevar
=
Dragen
Los auriculares
=
De oortjes
Los bollos dulces
=
De zoete broodjes
Los cereales
=
De granen
Los días festivos / Los festivos
=
De feestdagen
Los embutidos / Los fiambres
=
De vleeswaren
Los jóvenes
=
De jongeren
Los productos lácteos
=
De melkproducten
Niños de 8 a 12 años de edad inclusive
=
Kinderen van 8 t/m 12 jaar
Pedir disculpas
=
Verontschuldigingen vragen
Por escrito
=
Schriftelijk
Por teléfono
=
Telefonisch
Propio
=
Eigen
Reservar
=
Reserveren
Ser de mala calidad
=
Slecht zijn
Situado en primera línea de mar
=
Aan zee gelegen
Situado en primera línea de playa
=
Aan het strand gelegen
Somos tres
=
We zijn met zijn drieën
Sufrir
=
Lijden
También
=
Ook
Tampoco
=
Ook niet
Tener razón
=
Gelijk hebben
Visitar
=
Bezoeken