FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Spaans
Prisma - Spaans voor zelfstudie
Cursus - 1e editie
Hoofdstuk 4 - Les 4
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Spaans
Nederlands
anoche
=
gisteravond
anteayer
=
eergisteren
atareado
=
druk
el avión
=
het vliegtuig
ayer
=
gisteren
el bebé
=
de baby
la carta
=
de brief
cenar
=
eten, souperen, dineren
comenzar
=
beginnen
comprar
=
kopen
conseguir
=
erin slagen om, bereiken
el curso
=
de cursus
decidir
=
beslissen
dejar de
=
ophouden met, nalaten
después de
=
na
entonces
=
dus, als dat zo is
el examen
=
het examen
finalmente
=
tenslotte, eindelijk
hasta
=
tot
hoy
=
vandaag, heden
el invierno
=
de winter
la mañana
=
de morgen, morgen
la novela
=
de roman
nunca
=
nooit
la obra de teatro
=
het toneelstuk
la oficina de correos
=
het postkantoor
el otoño
=
de herfst
pasado
=
vorige, afgelopen
la película
=
de film
la playa
=
het strand
la primavera
=
het voorjaar
el reloj
=
de klok, het horloge
la reunión
=
de vergadering, de bijeenkomst
la semana
=
de week
el septiembre
=
september
sólo
=
alleen, slechts
sugerir
=
voorstellen, opperen
todavía no
=
nog niet
las vacaciones
=
de vakantie
venir
=
komen
la ventana
=
het raam, het venster
volver
=
terugkomen, teruggaan