Apúntate deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Spaans Nederlands
  • ¡Ha tenido suerte! = Hij / zij heeft geluk gehad!
  • la suerte = het geluk
  • tener suerte = geluk hebben
  • mientras = terwijl
  • el grupo = de groep
  • el socorrista = (eerste) hulpverlener / EHBO'er
  • el grupo de socorristas = het eerste hulpteam
  • los primeros auxilios = de eerste hulp / EHBO
  • cuando = wanneer / als
  • no … nadie = niemand
  • la llave = de sleutel
  • la nevera = de koelkast
  • el vendaje = het verband
  • impresionante = indrukwekkend
  • la muleta = de kruk / de steun
  • sonreír = (glim)lachen
  • no … nada = niets
  • torcer = verstuiken / verzwikken
  • el derecho = de / het rechter-
  • la derecha / el derecho

    de / het rechter-

  • la derecha = de / het rechter-
  • la derecha / el derecho

    de / het rechter-

  • avisar = waarschuwen / iets laten weten
  • dejar = achterlaten
  • todavía no = nog niet
  • el mensaje = het bericht
  • No sé qué hacer. = Ik weet niet wat ik moet doen.
  • No pasa nada. = Het geeft niet.  Niets aan de hand.
  • pasar la noche = de nacht doorbrengen
  • el sitio = de plek
  • dormir = slapen
  • montar = opzetten / opbouwen
  • la tienda de campaña = de tent
  • el jardín = de tuin
  • no … nunca = (nog) nooit
  • fuera = buiten
  • sonar = klinken / gaan (van telefoon)
  • asustarse = bang worden / bang zijn
  • esta mañana = vanmorgen / deze ochtend
  • el accidente = het ongeluk
  • ¡Vaya ...! = Wat een ...!
  • echar una bronca a = iemand op zijn kop geven
  • la bronca = de heibel / de herrie
  • imprudente = onvoorzichtig