Apúntate deel 1

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate!   Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Spaans Nederlands
  • los = de
  • las / los

    de

  • las = de
  • las / los

    de

  • el amigo = de vriend
  • la amiga = de vriendin
  • ser = zijn
  • los hermanos = de broers en zussen
  • el hermano = de broer
  • la hermana = de zus
  • el recreo = de pauze
  • charlar = kletsen
  • con = met
  • el compañero = de klasgenoot
  • la compañera = de klasgenote
  • nuevo = nieuw
  • ellos = zij
  • ellas / ellos

    zij

  • ellas = zij
  • ellas / ellos

    zij

  • ser de = komen uit …
  • pero = maar
  • estudiar = leren / op school zitten
  • hablar = praten / spreken
  • el holandés = het Nederlands
  • en casa = thuis
  • la casa = het huis
  • ¿no? = toch? / nietwaar?
  • la mamá = mama
  • siempre = altijd
  • nosotros = wij
  • nosotras / nosotros

    wij

  • nosotras = wij
  • nosotras / nosotros

    wij

  • no = niet / geen / nee
  • sólo = alleen
  • ¡claro! = natuurlijk!
  • vosotros = jullie
  • vosotras / vosotros

    jullie

  • vosotras = jullie
  • vosotras / vosotros

    jullie

  • también = ook
  • aquí = hier
  • ¿Qué tal ...? = Hoe gaat het met ...?
  • el cole(gio) = de school
  • la madre = de moeder
  • Se llama … = Hij heet … / Zij heet … / Het heet …
  • el padre = de vader
  • trabajar = werken
  • el hotel = het hotel
  • chatear = chatten
  • por internet = via internet
  • el internet = het internet