Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Latijn Nederlands
  • ave = gegroet / hallo
  • clamat = roept / schreeuwt
  • et = en / ook
  • valde = zeer
  • gaudet = verheugt zich / is blij
  • nam = want / namelijk
  • modo = zojuist / juist
  • imperator = veldheer / keizer
  • intrat = komt binnen / gaat binnen
  • consul = consul
  • tribunus = tribuun
  • pater = vader
  • nunc = nu
  • turba = menigte
  • non = niet
  • tacet = zwijgt
  • audit = hoort / luistert
  • tum = dan / vervolgens
  • iterum = weer / opnieuw
  • venit = komt
  • ecce = kijk!
  • simulacrum = beeld
  • plaudit = klapt in zijn handen / applaudisseert
  • amat = is verliefd / houdt van
  • enim = namelijk / immers
  • ibi = daar
  • sedet = zit
  • ridet = lacht
  • spectaculum = schouwspel
  • placet = bevalt / valt in de smaak