FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Latijn
Pegasus
Hoofdstuk 7
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Latijn
Nederlands
ventus (ventī)
=
de wind
exemplum (exempli)
=
het voorbeeld
tempestās (tempestāt-is, v.)
=
de tijd; de storm
litus (lītor-is, o.)
=
de kust
cōgere (cōgō)
=
bijeenbrengen; dwingen
frangere (frangō)
=
breken
reddere (reddō)
=
teruggeven; maken (tot) (Die woorden maakten haar heel gelukkig)
excipere (excipiō)
=
uitnemen; opvangen
nec ofneque (voegwoord)
=
en niet; ook niet
nec (... nec of neque ... neque) (voegwoord)
=
noch ... noch
digitus (digitī)
=
de vinger
dextra (dextrae)
=
de rechterhand
scūtum (scūtī)
=
het schild
pellis (pell-is, v.)
=
de huid
regiō (regiōn-is, v.)
=
de streek
pecus (pecor-is, o.)
=
het vee
vulnerāre (vulnerō)
=
verwonden
gerere (gerō)
=
dragen; voeren
induere (induō)
=
aantrekken; bekleden met
trahere (trahō)
=
trekken; rekken
fīnīre (finiō)
=
beēindigen; begrenzen
vidērī (videor)
=
schijnen
quia (voegwoord)
=
omdat
ut (voegwoord)
=
zoals
īnferus (~a, ~um)
=
laaggelegen
appropinquāre (appropinquō)
=
naderen
dēspērāre (dēspērō)
=
wanhopen
spērāre (spērō)
=
hopen op
obsidēre (obsideō)
=
belegeren; bezet houden
prōmittere (prōmittō)
=
beloven
scribere (scrībō)
=
schrijven
Olim ((bijwoord))
=
eenS
victor (victōr-is, m.)
=
de overwinnaar
alter (altera, alterum)
=
de andere
alter ... alter
=
de ene ... de andere
plūrimī (~ae, ~a)
=
zeer veel
tantus (~a, ~um)
=
zo groot
vexāre (vexō)
=
kwellen
exercēre (exerceō)
=
oefenen
initium (initiī)
=
het begin
iūdicium (iūdiciī)
=
het oordeel; het proces