FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Latijn
Eisma
Plinius 2022 basiswoorden
Blok 23 (Hfdst. 11, 1b/c)
Basiswoorden bij het CE Latijn 2022
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Latijn
Nederlands
medicus
=
dokter
servus
=
slaaf
differo (differre)
=
uitstellen / verschillen
mollis
=
zacht / week
tracto (tractare)
=
behandelen
superbia
=
trots / overmoed
timeo
=
vrezen / bang zijn (voor)
contemno (contemnĕre)
=
verachten / minachten
vis (vrl.) (vim acc.,
=
geweld / kracht
repeto (repetĕre)
=
opnieuw verlangen / terugvragen / herhalen
oportet
=
men moet / het behoort
qualis
=
hoedanig / van welke aard / zodanig als
turpis
=
schandelijk / lelijk
servitus, servitutis
=
slavernij
certamen, certaminis
=
(wed)strijd
quo
=
waarheen / (+ comp.) naarmate / des te
ne + conj.
=
(op)dat niet / om niet / om te voorkomen dat / (na ww. van vrezen en verhinderen) dat / om te
servio (servire)
=
slaaf zijn / dienen
sors, sortis
=
lot
multo (bijw.)
=
veel
laus, laudis
=
lof / roem
quippe
=
immers
vereor ne + conj.
=
ik ben bang dat . . .
modus
=
wijze / manier / maat / hoeveelheid / omvang
nimium (bijw.)
=
al te zeer