FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Latijn
Eisma
Plinius 2022 basiswoorden
Blok 17 (Hfdst. 8, 2d/e)
Basiswoorden bij het CE Latijn 2022
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Latijn
Nederlands
mare, maris (onz.)
=
zee
ibi
=
daar
quamquam (voegw.)
=
hoewel
nondum
=
nog niet
cresco (crescĕre)
=
groeien
proximus
=
naaste / dichtstbij
confero (conferre)
=
bijeenbrengen / vergelijken
ventus
=
wind
avunculus
=
oom
timor, timoris
=
angst / vrees
suus, sui
=
zijn / haar / hun (eigen)
defero (deferre)
=
(weg)brengen / (pass.) terechtkomen
aeque (bijw.)
=
net zo / even(zeer)
plures, plurium
=
meer / meerdere(n)
latus
=
breed / wijd / uitgestrekt
late (bijw.)
=
wijd en zijd / breed
altus
=
hoog / diep
incendium
=
brand
tenebrae, -arum (mv.)
=
duisternis
nox, noctis
=
nacht
desero (deserĕre)
=
verlaten / in de steek laten
ardeo
=
branden / in brand staan
somnus
=
slaap
propter + acc.
=
vanwege / door
corpus, corporis (onz.)
=
lichaam
gravis
=
zwaar / gewichtig / belangrijk / ernstig
limen, liminis
=
drempel
misceo
=
(ver)mengen
mora
=
oponthoud / uitstel