Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Basiswoorden bij het CE Latijn 2022

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Latijn Nederlands
  • peto (petĕre) = streven naar / proberen te bereiken / vragen / gaan naar / afgaan op
  • exitus, exitus = uitgang / afloop / einde
  • trado (tradĕre) = overhandigen / uitleveren / overleveren
  • nam = want
  • gloria = roem
  • quamvis (voegw.) = hoewel
  • plurimus = meest / zeer veel
  • populus = volk
  • multum (bijw.) = zeer / erg / veel
  • beatus = gelukkig
  • liber, libri = boek
  • suscipio (suscipĕre) = op zich nemen / ondernemen
  • classis, classis = vloot
  • hora = uur
  • fere (bijw.) = ongeveer / bijna (altijd)
  • mater, matris = moeder
  • nubes, nubis = wolk
  • magnitudo, magnitudinis = grootte / omvang
  • species, speciei = aanblik / schijn / uiterlijk
  • sol, solis (mnl.) = zon
  • frigidus (bijv. nw.) = koud
  • posco (poscĕre) = eisen / vragen
  • conspicio (conspicĕre) = zien / beschouwen
  • incertus = onzeker
  • procul (bijw.) = ver / op afstand
  • e(x) + abl. = uit / weg van
  • mons, montis (mnl.) = berg
  • postea (bijw.) = daarna / later
  • cognosco (cognoscĕre) = leren kennen / vernemen
  • arbor, arboris (vrl.) = boom
  • credo + dat. (credĕre) = geloven / vertrouwen / toevertrouwen
  • quia = aangezien / omdat
  • recens, recentis = vers / nieuw / pas geleden
  • pondus, ponderis = gewicht
  • candidus = stralend wit / stralend
  • interdum (bijw.) = soms
  • cinis, cineris = as
  • prope (bijw.) = dichtbij / bijna
  • propior, propioris = dichterbij