FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 23A: De aanval van de Nerviërs
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Latijn
Nederlands
lateo (latēre)
=
verborgen zijn / zich schuilhouden
committo (committĕre)
=
aangaan / beginnen (proelium) / begaan (scelus) 3. (+ dat.) toevertrouwen
convenio (convenire)
=
samenkomen / het eens worden / overeenkomen
confirmo (confirmare)
=
versterken / bevestigen / bemoedigen / moed inspreken
eques, equitis (m)
=
ruiter / ridder (iemand die tot de ridderstand behoort)
cucurri
=
perf. van curro (currĕre) / rennen
paene (bijw.)
=
bijna
autem
=
maar / echter (drukt een zwakke tegenstelling uit) / verder / en dan
adversus, -a, -um
=
gekeerd naar / (recht) tegenover (liggend) / ongunstig
collis, collis (m)
=
heuvel
occupo (occupare)
=
bezetten / in bezit nemen
propono (proponĕre)
=
tentoonstellen / openbaar maken / voor ogen stellen
oportet (+ inf. / AcI)
=
men moet / het behoort
paulo (bijw.)
=
weinig / een beetje
processi procedo (procedĕre)
=
perf. van procedo (procedĕre) voortgaan / verder gaan / naar voren lopen
instruo (instruĕre)
=
iets uitrusten / opstellen 3. onderrichten