FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 14A: Abraham krijgt een opdracht van God
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Latijn
Nederlands
postquam
=
nadat
gestus
=
ppp van gero (gerĕre)
gero (gerĕre)
=
dragen / brengen / verrichten / uitvoeren
ille / illa / illud (illius) / iste / ista / istud (istius)
=
die / dat / hij / zij / het
super + acc.
=
(boven)op / over
monstro (monstrare)
=
tonen / (aan)wijzen
stravi
=
perf. van sterno (sternĕre)
sterno (sternĕre)
=
neerwerpen / uitspreiden
iuvenis, iuvenis (m)
=
jongeman
lignum
=
(stuk) hout
praecepi
=
perf. van praecipio (praecipĕre)
praecipio (praecipĕre)
=
voorschrijven / bevelen
dies, diei (m / v)
=
dag
oculus
=
oog
procul (bijw.)
=
ver / op (een) afstand
ex(s)pecto (ex(s)pectare)
=
(af)wachten / verwachten
hic (bijw.)
=
hier
illuc (bijw.)
=
daarheen
propero (properare)
=
zich haasten
ipse, ipsa, ipsum (ipsius)
=
zelf / hijzelf
porto (portare)
=
dragen
manus, manus (v)
=
hand / groep
ignis, ignis (m)
=
vuur
pergo (pergĕre)
=
(voort)gaan
ecce
=
kijk!
provideo (providēre)
=
(+ acc.) voorzien / (+ dat.) zorgen voor
sibi
=
dat. van se
fluctus, fluctus
=
golf
currus, currus
=
wagen
tumultus, tumultus
=
rumoer / oproer
aditus, aditus
=
toegang
fructus, fructus
=
vrucht
domus, domus
=
huis
facies, faciei
=
gedaante / uiterlijk / gezicht
fides, fidei
=
trouw / vertrouwen
spes, spei
=
hoop / verwachting
spiritus, spiritus
=
adem / geest
vultus, vultus
=
gezicht