Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • volcanique = vulkanisch
  • entouré par = omringd door
  • un papillon = een vlinder
  • aquatique = water-
  • un récif de corail = een koraalrif
  • l'escalade = het (berg)klimmen
  • survécu = overleefd
  • une araignée = een spin
  • un couple = een stel
  • volontiers = graag
  • bien sûr = natuurlijk
  • contient = bevat
  • la noix de coco = de kokosnoot
  • délicieux = heerlijk
  • regretter = spijt hebben van
  • le chef = de chef
  • avoir raison = gelijk hebben
  • avoir envie de = zin hebben om
  • cela me paraît bon = dat lijkt me lekker
  • le pêcheur = de visser
  • boire = drinken
  • ravi = erg blij
  • conseiller = aanraden
  • au lieu de = in plaats van
  • une curiosité = een bezienswaardigheid
  • reconstruire = weer opbouwen
  • se régaler = genieten
  • le baptême = de doop
  • la formation = de opleiding
  • en plein soleil = in de volle zon
  • l'aéroport = het vliegveld
  • une commune = een gemeenschap
  • inviter = uitnodigen
  • découvrir = ontdekken
  • accueillir = ontvangen
  • une serviette de plage = een strandhanddoek
  • un cours de plongée = een duikcursus
  • exotique = exotisch
  • une boisson = een drank
  • des friandises = lekkernijen
  • un trésor = een schat
  • à votre disposition = tot uw beschikking
  • un étudiant = een student
  • rassembler = verzamelen
  • un participant = een deelnemer
  • la chance = het geluk
  • obligatoire = verplicht
  • risquer = gevaar lopen
  • une amende = een boete
  • éviter = vermijden
  • le maire = de burgemeester
  • renverser = omverlopen
  • mordre = bijten
  • faire du mal = kwaad doen
  • disparaître = verdwijnen
  • une épaisseur = een laag
  • le manteau = de jas
  • pauvre = arm
  • fondre = smelten
  • l'ours polaire = de ijsbeer
  • fier = trots
  • fière / fier

    trots

  • fière = trots
  • fière / fier

    trots

  • là-bas = daarginds