Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • lors de = tijdens
  • il soutient = hij steunt
  • changer de côté = van helft wisselen
  • mener = leiden
  • un coup franc = een vrije schop
  • un tir = een schot
  • le vantard = de opschepper
  • une folle soirée = een te gekke avond
  • je me rappelle = ik herinner me
  • marcher sur les pieds = op de tenen trappen
  • Taisez-vous! = Zwijg!
  • une vitrine = een etalage
  • le bip = het geluidssignaal
  • une peur bleue = een hevige angst
  • aplati = platgemaakt
  • prescrire = voorschrijven
  • Quelle misère! = Wat een ellende!
  • captivant = boeiend
  • le scotch = het plakband
  • la différence = het verschil
  • faire partie de = deel uitmaken van
  • l’équitation = het paardrijden
  • un club public = een openbare club
  • la superficie = de oppervlakte
  • élevé = hoog
  • l’essence = de benzine
  • être en train de = bezig zijn te
  • autre chose = iets anders
  • impeccable = onberispelijk
  • la condition = de voorwaarde
  • j’ai couru = ik heb gerend
  • l’endurance = het uithoudingsvermogen