Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • ceci et cela = dit en dat
  • un aller et retour = een keer heen en terug
  • le crawl = de vrije slag
  • le papillon = de vlinder
  • trop = te
  • chéri = schatje
  • tu es debout = ben je op
  • le ventre = de buik
  • s'habiller = zich aankleden
  • nous sommes libres = wij zijn vrij
  • repose-toi = rust uit
  • nettoyer = schoonmaken
  • peindre = schilderen
  • le fleuve = de rivier
  • construire = bouwen
  • particulier / particulière = bijzondere
  • protéger = beschermen
  • le droit = het recht
  • impressionnant = indrukwekkend
  • quotidien / quotidienne = dagelijks
  • la frontière = de grens
  • la vue = het uitzicht