- Frans Nederlands
- allô = hallo (aan de telefoon)
- écoute = luister
- Ça te dit de … ? = Heb je zin om …?
- je vais passer = ik ga doorbrengen
- C'est dommage. = Dat is jammer.
- la salsa = de salsa
- ce n'est pas mon genre = dat is niets voor mij
- plutôt = eerder
- Ça y est ! = Eindelijk! / Gelukt!
- l'équipe = het team
- gagner = winnen
- le tournoi = het toernooi
- le handball = het handbal (spel)
- à partir de = vanaf
- Tu as envie de…? = Heb je zin om …?
- l'envie = de zin
- quelque chose d'amusant = iets grappigs
- amusant = grappig
- amusante = grappig
- la séance = de voorstelling
- on se retrouve = we zien elkaar weer
- se retrouver = elkaar weer zien
- volontiers = graag
- à tout à l'heure = tot straks
- utile = nuttig
- avec plaisir = graag / met plezier