Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • les prévisions météorologiques = de weersverwachting 1
  • les prévisions du temps = de weersverwachting 2
  • la pluie = de regen
  • une averse = een zware regenbui
  • la neige = de sneeuw
  • neiger = sneeuwen
  • l’orage = het onweer
  • quel temps fait-il? = wat voor weer is het?
  • il fait de l’orage = het onweert
  • le ciel est couvert = het is bewolkt 1 / het is bewolkt
  • il fait nuageux = het is bewolkt 2
  • il fait beau avec quelques nuages = het is mooi weer met een paar wolken
  • il fait nuageux avec un peu de soleil = het is bewolkt met af en toe zon
  • le temps s’améliorera = het zal beter weer worden
  • le soleil = de zon
  • il fait du soleil = de zon schijnt 1
  • le soleil brille = de zon schijnt 2
  • ensoleillé = zonnig
  • le ciel est clair = het is onbewolkt
  • il neigera = het zal gaan sneeuwen
  • il fera de la pluie = het zal gaan regenen
  • il fait un temps sec = het is droog weer
  • pendant la journée = overdag
  • pendant la nuit = ‘s nachts
  • toute la journée = de hele dag
  • toute la nuit = de hele nacht
  • ce soir = vanavond
  • avant midi = voor de middag 1
  • dans le matin = voor de middag 2
  • le matin = in de morgen
  • dans l’après-midi = in de middag
  • partout il fera beau = het wordt overal mooi weer
  • il fera relativement beau = het wordt redelijk mooi weer
  • le beau temps s’imposera = het mooie weer zal aanhouden
  • il fera mauvais = het wordt slecht weer
  • il fera chaud = het zal warm worden
  • il va pleuvoir = het zal gaan regenen/het gaat regenen
  • la température minimale = de minimumtemperatuur
  • la température maximale = de maximum temperatuur
  • la température montera = de temperatuur zal stijgen
  • des températures agréables = aangename temperaturen
  • l’information = de inlichting/informatie