FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Frans
ThiemeMeulenhoff
Libre Service
5 vwo
unité 6 - lire
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Frans
Nederlands
la tâche
=
de taak
temporaire
=
tijdelijk
un annuaire
=
een telefoonboek
conscient
=
bewust
à travers
=
doorheen / door
entrevoir
=
vluchtig zien, waarnemen / vluchtig zien / waarnemen
lors de
=
tijdens
la vue
=
het zien
évoquer
=
oproepen
tremper
=
dopen
la saveur
=
de smaak
intervenir
=
optreden, zich voordoen / optreden / zich voordoen
faire appel à
=
een beroep doen op
une elaboration
=
een uitwerking, verwerking / een uitwerking / een verwerking
remarquable
=
opmerkelijk
effleurer
=
licht aanraken
relever de
=
deel uitmaken van
se comporter
=
zich gedragen
étroitement
=
nauw
lier
=
verbinden
subsister
=
blijven bestaan, voortbestaan / blijven bestaan / voortbestaan
un édifice
=
een bouwwerk
composer un numéro
=
een nummer draaien
sous forme de
=
in de vorm van
insupportable
=
onverdraaglijk / ondraaglijk
un être
=
een wezen
se conformer à
=
zich aanpassen aan
la créature
=
het schepsel
s'indigner
=
zich verontwaardigen
l'estime
=
de achting, het respect / de achting / het respect
punir
=
bestraffen / straffen
la crainte
=
de vrees
surmonter
=
overwinnen
rebondi
=
bol
l'aptitude
=
de geschiktheid
le nutritionniste
=
de voedingsdeskundige
une exigence
=
een eis
imposer
=
opleggen
la morsure
=
het knagen, de beet / het knagen / de beet
dénigrer
=
zwartmaken, afkammen / zwartmaken / afkammen
un impératif
=
een voorschrift
se détacher
=
zich losmaken
le pouvoir
=
de macht
mûrir
=
rijpen
une altérité
=
een anderszijn
peser
=
wegen
le poids
=
het gewicht
la majorité
=
de meerderheid