Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • curieux = nieuwsgierig
  • bon marché = goedkoop
  • donner un coup de main = een handje helpen
  • épargner = sparen
  • un inverse = een tegenovergestelde
  • fatiguant = vermoeiend
  • coûter cher = duur zijn, veel kosten / duur zijn / veel kosten
  • séduisant = verleidelijk
  • le désavantage = het nadeel
  • une offre = een aanbod
  • déterminer = vastleggen, bepalen / vastleggen / bepalen
  • tomber d'accord = het eens worden
  • signifier = betekenen
  • faire la grasse matinée = uitslapen
  • bronzer = zonnen
  • franchement = eerlijk gezegd
  • déménager = verhuizen
  • partir en vacances = op vakantie gaan
  • une île = een eiland
  • la combinaison = de combinatie