Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Frans Nederlands
  • la montagne = de bergen
  • s'occuper de = zich bezighouden met, zorgen voor / zich bezighouden met / zorgen voor
  • le rêve = de droom
  • le danger = het gevaar
  • le panneau = het bord
  • le téléphérique = de kabelbaan
  • le sommet = de top
  • la neige = de sneeeuw
  • un état = een staat
  • descendre = afdalen, naar beneden gaan / afdalen / naar beneden gaan
  • déplacer = verplaatsen
  • le piquet = het paaltje
  • obliger = verplichten
  • éviter = vermijden
  • la décision = het besluit
  • laisser = laten
  • inutile = onnodig, nutteloos / onnodig / nutteloos
  • permettre = in staat stellen
  • le message = de boodschap
  • surveiller = in de gaten houden
  • blessé = gewond
  • des centaines = honderden