FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
4gt
4gt-H1-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
architecture
=
architectuur
skyscraper
=
wolkenkrabber
turn round
=
ronddraaien
similar
=
vergelijkbaar
environmentally friendly
=
milieuvriendelijk
power
=
aandrijven / van energie voorzien
apartment block
=
appartementencomplex
located
=
gelegen
edge
=
rand
spacious
=
ruim
rear
=
achterkant / gedeelte aan de achterkant
flush
=
doorspoelen
construct
=
bouwen / vervaardigen
decorate
=
verven / behangen
date from
=
stammen uit
endangered
=
bedreigd
cross
=
kruising (van soorten)
freaky
=
bizar
judge
=
oordelen
kind regards
=
Met vriendelijke groet
hedgehog
=
egel
too bad
=
helaas / jammer genoeg
mammal
=
zoogdier
annoyed
=
geërgerd
extinct
=
uitgestorven
grave
=
ernstig
chubby
=
mollig
hike
=
wandelen
unlike
=
in tegenstelling tot
gills
=
kieuwen
adorable
=
schattig
seemingly
=
schijnbaar
hunt
=
jagen
order
=
volgorde
memory
=
geheugen
gift
=
gave
hold
=
houden
forgetful
=
vergeetachtig
code
=
coderen
specific
=
specifiek / bepaald
exercise
=
oefenen
continuously
=
voortdurend
form
=
zich ontwikkelen
swing
=
slingeren / zwaaien
loose-fitting
=
wijd (bij kleding)
remind
=
herinneren
tricky
=
lastig / moeilijk
physically
=
lichamelijk
slender
=
slank
pursue
=
achtervolgen
track down
=
opsporen
curiosity
=
nieuwsgierigheid
appear
=
verschijnen
pop up
=
opduiken
do surgery
=
opereren
pass on
=
doorgeven
urge
=
dringend verzoeken
collapse
=
in(een)storten
anticipate
=
verwachten
insight
=
begrip / inzicht
swallow
=
doorslikken / slikken
blood vessel
=
bloedvat
inflammation
=
ontsteking
trial
=
proef
stomach
=
maag
intestine
=
darm
crawl
=
kruipen
exit
=
verlaten