FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
3v
3v-H7-EN
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
civil
=
burgerlijk
citizenship
=
burgerschap / staatsburgerschap
grant
=
toekennen
declaration
=
verklaring
distinction
=
onderscheid
freedom of expression
=
vrijheid van meningsuiting
adequate
=
geschikt
voice your opinion
=
je mening uiten
oppression
=
onderdrukking
self-evident
=
vanzelfsprekend
lack of
=
tekort aan
prevail
=
de overhand hebben
jail
=
gevangenis
exert
=
doen gelden
conform to
=
zich aanpassen aan
harmful
=
schadelijk
deviant
=
afwijkend
associate with / relate with
=
in verband brengen met
adhere to
=
zich houden aan
self esteem
=
zelfvertrouwen
stand up to
=
trotseren
agony aunt
=
redactrice voor lezersbrieven
coward
=
lafaard
overcome
=
overwinnen
open-minded
=
openstaand voor andere ideeën / ruimdenkend
mainstream
=
het gangbare
fringe
=
pony (kapsel) / pony
angst
=
angstgevoel
disappointment
=
teleurstelling
array of
=
reeks / grote hoeveelheid
attitude
=
houding
recommendation / testimonial
=
aanbeveling
findings
=
bevindingen
revenues
=
inkomsten
respondent
=
ondervraagde / geënquêteerde
sway to other thoughts
=
op andere gedachten brengen
on account of
=
wegens
mature
=
oudere / ouderejaars
wartime
=
oorlogstijd
peacetime
=
vredestijd
mislead
=
misleiden
evoke
=
oproepen / opwekken
conviction
=
overtuiging
repetition
=
herhaling
assumption
=
veronderstelling
subconscious
=
onderbewust
satisfy
=
stillen / bevredigen / voldoen aan
find your calling
=
je roeping vinden
election
=
verkiezing
excel
=
uitblinken
fashion designer
=
modeontwerper
executive
=
directeur / hoofd
cure
=
geneesmiddel
essay
=
opstel
field
=
de praktijk / het veld
navigate
=
navigeren / besturen
keep up
=
bijhouden / hoog houden
appeal
=
aanspreken