FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
3v
3v-H4-EN
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
occasional
=
incidenteel / af en toe
reflect
=
een afspiegeling zijn van
exhibit
=
tentoonstelling / iets wat tentoongesteld wordt
disinformation
=
opzettelijk onjuiste informatie
booze
=
zuipen
abuse
=
misbruiken
litter
=
rommel maken / vervuilen
mourn
=
rouwen
conserve
=
zuinig zijn met
sink
=
gootsteen / spoelbak
segregation
=
scheiding
facial feature
=
gezichtskenmerk
barrier
=
grens / hindernis
Caucasian
=
blank
vice
=
slechte eigenschap
scold
=
een standje geven
dignity
=
waardigheid
harassment
=
pesterij
dismiss
=
verwerpen
torment
=
kwellen / pijnigen
refrain from
=
nalaten / niet doen
verbal
=
mondeling
pram
=
kinderwagen
jargon
=
vaktaal
gobbledygook
=
onnodig ingewikkeld taalgebruik
media coverage
=
publiciteit
with good grace
=
vriendelijk / goedschiks
poke fun at
=
spotten met / de draak steken met
particulars
=
details / specifieke informatie
make an enquiry
=
navraag doen / een vraag stellen
issue
=
verstrekken / uitgeven
learned
=
geleerd / ontwikkeld
credible
=
geloofwaardig
pick up
=
opdoen / leren
enlightenment
=
verlichting / lering
manufacturer
=
producent
booklet
=
boekje
assembly
=
montage
vocation
=
roeping
resign yourself
=
berusten / je erbij neerleggen
antics
=
rare fratsen
nudge
=
porren
voluntarily
=
vrijwillig
have a high regard for
=
zeer achten / waarderen
perceive
=
waarnemen
low-pitched sound
=
lage toon
high-pitched voice
=
hoge stem
attuned to
=
gewend aan / afgestemd op
discomfort
=
ongemak
reserved
=
gereserveerd / terughoudend
outgoing
=
extravert / vlot
Let’s face it.
=
Laten we wél wezen.
common ground
=
punt van overeenkomst
soothing
=
kalmerend
convey
=
overbrengen
national anthem
=
volkslied
graduate
=
afgestudeerde
dodge
=
ontwijken
catchy
=
pakkend / boeiend
savvy
=
gewiekst / slim
slang
=
taal van een bepaalde groep mensen
testify
=
getuigen / getuigenis afleggen
prank
=
poets / grap
baffled
=
verbijsterd
spread like wildfire
=
rondgaan als een lopend vuurtje
manipulate
=
bewerken / veranderen
devoted to
=
gewijd aan
caption
=
tekst bij een afbeelding
anger
=
boos maken
delight
=
blij maken / bevallen
clumsy
=
onhandig / lomp
hijack
=
kapen
wireless
=
radio
significance
=
betekenis / belang
flashy
=
opzichtig
lexicographer
=
lexicograaf / woordenboekmaker
on the fly
=
gehaast
urban
=
stedelijk
give rise to
=
leiden tot
recipient
=
ontvanger