Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • cinema = bioscoop
  • theatre = schouwburg / theater
  • play = toneelstuk
  • drama = toneel
  • venue = plaats / locatie
  • line-up = programma
  • trickery = bedrog
  • purchase = aanschaffen / kopen
  • box office = loket / kassa
  • guarantee = garanderen
  • fun fair = kermis
  • shelf = plank
  • performer = artiest
  • currently = momenteel
  • backstage = achter de coulissen
  • circumstances = omstandigheden
  • investigate = een onderzoek instellen
  • innocence = onschuld
  • convincingly = overtuigend
  • hilarious = dolkomisch
  • not yet = nog niet
  • violence = geweld
  • since = sinds
  • character = personage (rol) / personage
  • rehearse = oefenen / repeteren
  • universal / general = algemeen
  • suitable = geschikt
  • admire = bewonderen
  • cruel = wreed
  • image = imago
  • smart = netjes
  • cheerful = vrolijk / opgewekt
  • arrogant = verwaand
  • mean = gemeen / slecht
  • cancel = afzeggen / afgelasten
  • reschedule = herschikken / anders plannen
  • go ahead = van start gaan
  • crowd = menigte / publiek
  • overdo = overdrijven
  • copy = kopiëren / nadoen
  • energetic = actief / vol energie
  • awesome = gaaf / geweldig
  • hideous = afschuwelijk
  • spectacular = spectaculair
  • audience = publiek
  • invite = uitnodigen
  • cheer up = opvrolijken
  • aunt = tante
  • wish = wensen / willen
  • agree = het eens zijn
  • arrange = regelen
  • quarter = kwartier
  • version = versie
  • song = lied
  • sketch = kort toneelstukje