Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • lose / lose - lost- lost = verliezen
  • stare = staren
  • clear = duidelijk
  • back pocket = achterzak
  • newsagent = kantoorboekhandel
  • bank note / bank notes = briefgeld
  • hold on! = wacht even!
  • the outdoors = het buitenleven
  • survive = overleven
  • course = cursus
  • wood = bos
  • instructor = instructeur / leraar
  • trap = val
  • prepare = voorbereiden
  • practical = praktisch
  • skill = vaardigheid
  • weigh = wegen
  • up to = tot
  • enough = genoeg
  • teeth = tanden
  • wildlife = wilde dieren
  • cage = kooi
  • excellent = prima
  • less = minder
  • tap = kraan
  • waste = verspilling
  • get rid of / get rid of - got rid of - got rid of = wegdoen
  • need = nodig hebben
  • exercise = oefenen
  • zero = helemaal geen
  • refill = opnieuw vullen
  • unplug = de stekker eruit trekken
  • switch off = uitdoen (elektriciteit) / uitdoen