FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
2th
2th-H6-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
image
=
beeld
freezer
=
diepvries
soda
=
frisdrank
memory
=
geheugen
common / normal
=
gewoon / normaal
turn on / off
=
in- / uitschakelen
switch on
=
inschakelen
office
=
kantoor
fridge
=
koelkast
tap
=
kraan
possible
=
mogelijk
raise
=
omhoog doen / laten gaan
smart
=
slim
exhibition
=
tentoonstelling
switch off
=
uitschakelen
sell - sold - sold / sell
=
verkopen
device
=
apparaat
build - built - built / build
=
bouwen
hear - heard - heard / hear
=
horen
invest
=
investeren
empty
=
leeg
stomach
=
maag
bar
=
reep (bv. chocolade) / reep
swallow
=
slikken
change your mind
=
van gedachten veranderen
replace
=
vervangen
carry
=
vervoeren
prediction
=
voorspelling
value
=
waarde
greet
=
begroeten
crew
=
bemanning
crowded
=
druk
voyage
=
lange reis / lange zeereis
people
=
mensen / volk
curious
=
nieuwsgierig
educated
=
opgeleid
cap
=
pet
flat
=
plat
spices
=
specerijen
speak - spoke - spoken / speak
=
spreken
sail
=
varen
traffic
=
verkeer
sailor
=
zeeman
influence
=
beïnvloeden
achieve
=
bereiken / presteren
decision
=
beslissing
gift
=
gave / talent
behaviour
=
gedrag
hasty
=
haastig / onbezonnen
pet
=
huisdier
clumsy
=
onhandig / stuntelig
develop
=
ontwikkelen
journey
=
reis
dumb
=
stom
make up your mind
=
tot een besluit komen
entertainment
=
vermaak / ontspanning
expectation
=
verwachting
kind
=
vriendelijk
kindness
=
vriendelijkheid