FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
2th
2th-H4-EN
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
attack
=
aanvallen
can of soda
=
blikje frisdrank
closed for repairs
=
gesloten wegens reparatiewerkzaamheden
emergency button
=
noodknop
emergency exit
=
nooduitgang
escort
=
begeleiden
guard
=
beveiliger
janitor
=
huismeester / conciërge
lose face
=
voor gek staan
notice
=
mededeling / bericht
properly
=
goed / zorgvuldig
rob
=
beroven / overvallen
rush
=
rennen / zich haasten
scream your head off
=
keihard schreeuwen
temporarily out of service
=
tijdelijk buiten gebruik
argument
=
ruzie
award
=
prijs
celebrity
=
beroemdheid
contestant
=
deelnemer aan een wedstrijd
in the lead
=
aan de leiding
jackass
=
ezel
judge
=
jurylid
move on
=
verder gaan / doorgaan
outraged
=
woedend / ziedend
quote
=
citaat
rude behaviour
=
ongemanierd gedrag
supportive
=
ondersteunend
vote off
=
wegstemmen
appearance
=
uiterlijk / verschijning
editor
=
redacteur
familiarize with
=
zich vertrouwd maken met
get a message across
=
boodschap overbrengen
in store
=
in petto
linger
=
doorgaan / blijven hangen
outline
=
samenvatting
patch of rain
=
regenbui
rehearse
=
oefenen
serve dinner
=
eten opdienen
sunny spell
=
opklaring
according to plan
=
volgens plan
attempt
=
poging
control yourself
=
zich beheersen
cross
=
kwaad
crossing
=
oversteekplaats
despite
=
ondanks
exchange
=
uitwisseling
locals / the locals
=
plaatselijke bewoners
marriage certificate
=
huwelijksakte
nasty surprise
=
vervelende verrassing
squirrel
=
eekhoorn
unbearable
=
onuitstaanbaar
whether
=
of