Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • basics = basiskennis
  • equipment = uitrusting
  • grab = grijpen
  • helmet = helm
  • river = rivier
  • sign = ondertekenen
  • signature = handtekening
  • spend = doorbrengen
  • switch to = overgaan op
  • bar = stuur
  • brake = rem
  • dry = droog
  • front wheel = voorwiel
  • hot = heet
  • rain = regen
  • trick = truc
  • climb = klimmen
  • gear = uitrusting / kleding
  • jump off = ergens vanaf springen
  • rock = rots
  • safe = veilig
  • apply = aanbrengen
  • control = besturen
  • dirt = vuil
  • on top of = boven op
  • remove = verwijderen
  • sponge = spons
  • take care of = zorgen voor
  • towel = handdoek
  • alive = in leven
  • cord = koord
  • die = sterven
  • last = duren
  • terrifying = angstaanjagend