Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • backpack = rugzak
  • confused = in de war
  • embarrassing = gênant
  • urgent = dringend / heel belangrijk
  • embarrassed = in verlegenheid gebracht
  • fly = vlieg
  • for sale = te koop
  • bad luck = pech
  • point = punt
  • apologize = excuses aanbieden
  • basketball = basketbal
  • bleed = bloeden
  • referee = scheidsrechter
  • shoelace = schoenveter
  • upset = van streek
  • area = ruimte / gebied
  • Caution! = Voorzichtig!
  • Danger! = Gevaar!
  • edge = rand
  • prevent = voorkómen
  • safety = veiligheid
  • sharp = sherp
  • unsafe = onveilig
  • distracted = afgeleid
  • have a crush on = verliefd zijn op
  • invitation = uitnodiging
  • of course = natuurlijk
  • painful = pijnlijk
  • right away = meteen
  • security camera = beveiligingscamera
  • shopping centre = winkelcentrum
  • walk into = tegenaan lopen
  • advice = advies
  • canteen = kantine
  • earphone = oordop / oordopje / oordopje van koptelefoon
  • happen = gebeuren
  • instead of = in plaats van
  • lollipop = lolly
  • survive = overleven