Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • backpack = rondtrekken met rugzak / rondtrekken
  • commission = provisieloon / beloning
  • flea market = rommelmarkt
  • head to = naar ... gaan / koers zetten naar
  • inland = in het binnenland
  • local people = plaatselijke bevolking
  • resort hotel = vakantiehotel
  • safe-deposit locker = kluis
  • slave trade = slavenhandel
  • spice plantation = specerijenplantage
  • wedding anniversary = huwelijksjubileum
  • adhere to = zich houden aan
  • baboon = baviaan
  • causeway = verhoogde weg
  • change = kleingeld / wisselgeld
  • demarcated = afgebakend
  • dispose of = uit de weg ruimen
  • hazardous = gevaarlijk / riskant
  • heritage = erfgoed
  • poaching = illegaal jagen of vissen
  • prosecute = gerechtelijk vervolgen
  • rehabilitate = weer aanpassen / heropvoeden
  • strenuous = zwaar / inspannend
  • violator = overtreder
  • affectionate = hartelijk
  • bonfire = vreugdevuur
  • error = fout / vergissing
  • familiar = vertrouwd / bekend
  • hand gesture = handgebaar
  • harvest festival = oogstfeest
  • sweets = snoep
  • threshold = drempel
  • victory = overwinning
  • boot-camp = legertrainingskamp
  • fast-paced = snel / gehaast
  • ginger, cinnamon and nutmeg = gember, kaneel en nootmuskaat
  • lime = limoen
  • mature = volwassen worden
  • monk = monnik
  • preserve = in stand houden
  • procession = optocht / processie
  • sacred site = heilige plaats
  • slang = platte taal