Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • amazing = verbazingwekkend
  • dare = durven
  • experience = ervaren
  • jet boat = speedboot
  • rope = touw
  • steep = steil
  • try = proberen
  • wave = golf
  • wheel = wiel
  • balance = evenwicht
  • bend = buigen
  • cycle = fietsen
  • forward = naar voren
  • helmet = helm
  • lean = leunen
  • raise = optillen
  • steer = sturen
  • trick = truc
  • tyre = band (van een fiets of auto) / band
  • waterfall = waterval
  • competition = wedstrijd
  • cross = oversteken
  • crossing = kruispunt
  • practise = oefenen
  • roundabout = rotonde
  • straight on = rechtdoor
  • turn = afslaan
  • windy = winderig
  • breathe = ademen
  • clean up = opruimen
  • enter = naar binnen gaan
  • fireworks = vuurwerk
  • leash = lijn (voor dieren) / lijn / riem (voor dieren) / riem
  • search = doorzoeken
  • sign up = aanmelden
  • spot = plek
  • take part = meedoen
  • visit = bezoeken