Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • businesswoman = zakenvrouw
  • celebration = viering / feest
  • chase = achtervolgen / achterna rennen
  • disagree = oneens zijn
  • dishonest = oneerlijk / onoprecht
  • festival = feestdag / feest
  • fight = gevecht
  • harvest = oogst / oogsten
  • index finger = wijsvinger
  • indicate = aangeven / duidelijk maken
  • misunderstand - misunderstood - misunderstood / misunderstand = verkeerd begrijpen
  • negotiate = onderhandelen
  • nod = knikken
  • supplier = leverancier
  • unusual = ongebruikelijk
  • wave = zwaaien
  • amaze = versteld doen staan
  • average = gemiddeld
  • braid = vlecht
  • compete with = strijden tegen
  • confused = verward
  • consist of = bestaan uit
  • contest = wedstrijd
  • decorate = versieren
  • defend = verdedigen
  • horseback riding = paardrijden
  • inexpensive = goedkoop
  • iron = ijzer
  • kite = vlieger
  • participate in = meedoen aan
  • physical = lichamelijk
  • redhead = roodharige
  • square = vierkant
  • tail = staart
  • take place = plaatsvinden
  • ancient = antiek / oud / uit de oudheid
  • century = eeuw
  • desert = woestijn
  • exist = bestaan
  • inhabitant = inwoner
  • inland = landinwaarts
  • island = eiland
  • landscape = landschap
  • long distance = grote afstand
  • major = belangrijk
  • Mediterranean Sea = Middellandse Zee
  • mysterious = geheimzinnig
  • original = oorspronkelijk
  • population = bevolking
  • rain forest = regenwoud
  • square kilometre = vierkante kilometer
  • statue = standbeeld / beeld
  • tour = rondleiding
  • balcony = balkon
  • confirm = bevestigen
  • developing country = ontwikkelingsland
  • double room = tweepersoonskamer
  • explore = verkennen
  • facility = faciliteit / voorziening
  • fear = angst
  • glad = blij
  • gorgeous = schitterend
  • in writing = schriftelijk
  • inhabited = bewoond
  • niece = nicht / dochter van broer of zus
  • package tour = all-in vakantie
  • pay in advance = vooruitbetalen
  • reservation = reservering
  • wardrobe = garderobe / verzameling kleren