Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • urgent = dringend
  • butt = gat / kont
  • embarrassing = gênant
  • face = gezicht
  • confused = in de war
  • suitcase = koffer
  • journey = reis
  • shoulder = schouder
  • for sale = te koop
  • horrible = verschrikkelijk
  • fly = vlieg
  • date = afspraakje
  • blood = bloed
  • bump = botsen / stoten
  • head = hoofd
  • fool = idioot
  • pretty = knap
  • clumsy = onhandig
  • pay attention = opletten
  • band-aid = pleister
  • wound = wond
  • downstairs = beneden / naar beneden
  • mean = bedoelen / betekenen
  • ridiculous = belachelijk
  • camera = fototoestel
  • jealous = jaloers
  • still = nog steeds
  • assignment = opdracht
  • mirror = spiegel
  • secretly = stiekem
  • try out = uitproberen
  • forget = vergeten
  • become = worden
  • tell = zeggen / vertellen
  • reply = antwoord
  • apologise = excuses aanbieden
  • misunderstanding = misverstand
  • nightmare = nachtmerrie
  • worse = nog erger
  • private = privé
  • write = schrijven
  • invitation = uitnodiging
  • mistake = vergissing
  • ruin = vernielen
  • stranger = vreemde / vreemdeling