FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
1th
1th-H8-EN
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
accompanied by
=
begeleid door / vergezeld door
afraid of heights
=
hoogtevrees hebben
bathe
=
baden / zwemmen
Caution!
=
Let op!
comfortable
=
gemakkelijk / prettig zittend
dependent
=
afhankelijk
float
=
opblaasbare band
heart condition
=
hartkwaal
required
=
vereist / noodzakelijk
ride
=
attractie
shower
=
douchen
slide
=
glijbaan
slippery
=
glad
supervision
=
toezicht
waterproof
=
waterdicht
annual
=
jaarlijks
confidence
=
zelfvertrouwen
course
=
cursus
exhibition
=
tentoonstelling
get in
=
binnenkomen / naar binnen gaan
ghost
=
geest / spook
idea
=
idee
loads of
=
heel veel
on your own
=
zelfstandig
strictly
=
alleen maar / slechts
submit
=
insturen
suggestion
=
voorstel / suggestie
take part
=
meedoen
What's on?
=
Wat is er te doen? / Wat is er te zien?
bend
=
bocht
cottage
=
vakantiehuisje / huisje
explore
=
verkennen
foreign
=
buitenlands
gate
=
hek / poort
heavy traffic
=
druk verkeer
hop on and hop off
=
in- en uitstappen
main
=
hoofd- / hoofd
Mediterranean
=
Middellandse Zeegebied
narrow
=
smal
parking lot
=
parkeerplaats
shorts
=
korte broek
steep
=
steil
unemployed
=
werkloos
war memorial
=
oorlogsmonument
availability
=
beschikbaarheid
coach
=
bus
collect
=
ophalen
disability
=
handicap
Dizzy
=
duizelig
due to
=
vanwege
ID
=
persoonsbewijs / identiteitsbewijs
in advance
=
vooraf
left luggage
=
gevonden voorwerpen
restriction
=
beperking
scary
=
eng / angstaanjagend
twist
=
draaien / kronkelen
unlimited
=
onbeperkt
upside down
=
op z'n kop / ondersteboven
wristband
=
polsbandje