FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
1th
1th-H5-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
cost
=
kosten
far
=
ver
near
=
vlakbij / in de buurt
plane
=
vliegtuig
a pair of scissors / scissors
=
schaar
amazing
=
ongelofelijk
become
=
worden
cold
=
koud
cut
=
snijden
drive / ride
=
rijden
electricity
=
elektriciteit
ice skating
=
schaatsen
idea
=
idee
invent
=
uitvinden
of course
=
natuurlijk
outside
=
buiten
amount
=
hoeveelheid
bottle
=
fles
close
=
dichtbij
finger
=
vinger
glass
=
glas
hold
=
vasthouden
knee
=
knie
match
=
lucifer
move
=
bewegen
powerful
=
sterk / krachtig
add
=
toevoegen
bake
=
bakken
butter
=
boter
delicious
=
heerlijk / lekker
disgusting
=
vies / niet lekker
fork
=
vork
healthy
=
gezond
lettuce
=
sla
onion
=
ui
pork
=
varkensvlees
same
=
zelfde / dezelfde
sandwich
=
boterham
share
=
delen
since
=
sinds
sky
=
lucht / hemel
snow
=
sneeuw
spoon
=
lepel
stairs
=
trap
straight to
=
rechtstreeks naar / direct naar
Sure
=
Ja hoor / Natuurlijk
think
=
nadenken
tooth
=
tand
teeth
=
tanden
tour
=
rondleiding
useful
=
handig / nuttig
wheel
=
wiel
while
=
terwijl