FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
1th
1th-H2-EN
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
autograph
=
handtekening
current
=
huidige
event
=
evenement
Good luck.
=
Succes.
look forward to
=
uitzien naar / zich verheugen op
musician
=
muzikant
neighbour
=
buurman / buurvrouw
perform
=
optreden (werkwoord) / optreden
performance
=
optreden
wonder
=
zich afvragen
accident
=
ongeluk
boots
=
laarzen
careful
=
voorzichtig
close to
=
dichtbij
complain
=
klagen
danger
=
gevaar
Don't worry.
=
Maak je geen zorgen.
downstairs
=
beneden
everyday
=
alledaags / gewoon
lift
=
optillen
lighter
=
aansteker
ordinary
=
gewone
save
=
redden
scarf
=
sjaal
admire
=
bewonderen
asleep
=
in slaap
celebrate
=
vieren
confident
=
zelfverzekerd
ginger
=
oranje
improve
=
verbeteren / beter worden
incredible
=
ongelofelijk
looks
=
uiterlijk
profession
=
beroep
row
=
roeien
runner
=
hardloper
skills
=
vaardigheden
succeed
=
succes hebben / slagen
talented
=
getalenteerd
bracelet
=
armband
enemy
=
vijand
female
=
vrouwelijk / dames
glove
=
handschoen
mask
=
masker
picture
=
foto
power
=
kracht / macht
protect
=
beschermen
show
=
programma
speed
=
snelheid
tourist
=
toerist
weapon
=
wapen