FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Malmberg
Realtime
1hv
1hv-H1-NE
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
a week
=
per week
be fed up
=
het zat zijn
brave
=
dapper
difficult / hard
=
moeilijk
famous / well-known
=
beroemd
good at
=
goed in
listen to
=
luisteren naar
live
=
wonen
patient
=
geduldig
proud of
=
trots op
soccer
=
voetbal
teenager
=
tiener
text
=
sms'en
understand
=
begrijpen
watch TV
=
tv-kijken
answer
=
antwoord / antwoorden
become
=
worden
crazy about
=
gek op
describe
=
beschrijven
for example
=
bijvoorbeeld
guess
=
raden
important
=
belangrijk
meet
=
ontmoeten
people
=
mensen / personen
person
=
persoon
press / push
=
drukken
slim
=
slank
wear
=
dragen
welcome
=
welkom
write
=
schrijven
afraid / scared / scared / frightened
=
bang
angry
=
kwaad
choose
=
kiezen
competition / match / game
=
wedstrijd
confident
=
zelfverzekerd
cry
=
huilen
die
=
sterven / doodgaan
gym
=
sportschool
happy
=
blij
lose
=
verliezen
nervous
=
zenuwachtig / nerveus
sad
=
verdrietig
shy
=
verlegen
smile
=
glimlachen
tired
=
moe
bit
=
stukje / beetje
call / ring
=
bellen
country
=
land
Everywhere
=
Overal
first name
=
voornaam
grade (AmE) / grade
=
klas
happen / occur
=
gebeuren
last name / surname
=
achternaam
laugh
=
lachen
party
=
feest
prize
=
prijs
question
=
vraag
record
=
opnemen
surprised
=
verbaasd
tick
=
aankruisen