Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to leave / to depart = vertrekken
  • departure = vertrek
  • arrival = aankomst
  • Upon arrival, the army was greeted by a group of weeping women.

    Bij aankomst, werd het leger begroet door een groep huilende vrouwen.

  • platform = perron
  • Which platform does the train leave from?

    perron

  • carriage = wagon / rijtuig
  • vacant = vrij / onbezet
  • coach = touringcar
  • We travelled in a coach to the museum.

    touringcar

  • cargo = lading / vracht
  • taxi / cab = taxi
  • queue = rij
  • Since you've stood in a queue for six hours...

    rij

  • to queue = in de rij staan
  • to connect / to link = verbinden
  • connection / link = verbinding / verband
  • indispensable = onmisbaar
  • commuter = forens
  • to commute = heen en weer reizen
  • fare = tarief; tarief van vervoer
  • distant = ver / afgelegen
  • vulnerable = kwetsbaar
  • to fine = bekeuren
  • fine = boete
  • ticket = bon / bekeuring
  • regulation / rule = regel
  • to check = controleren
  • pressure = druk
  • underground / tube = Metro
  • subway = voetgangerstunnel