Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • be = zijn
  • We're very pleased to be here!

    zijn

  • boy = jongen
  • The boy in the orange T-shirt is my brother.

    jongen

  • eight = acht
  • eighteen = achttien
  • eleven = elf
  • England = Engeland
  • Emily and Adam are from England.

    Engeland

  • exchange = uitwisseling
  • Pierre is an exchange student from Switzerland.

    uitwisseling

  • famous = beroemd
  • The Colosseum is a famous building in Rome.

    beroemd

  • fifteen = vijftien
  • five = vijf
  • for = voor
  • The students are in England for ten days.

    voor

  • four = vier
  • fourteen = veertien
  • girl = meisje
  • The names of the girls are Katya and Teresa.

    meisje

  • in = in
  • The Aya Sofya is in Istanbul.

    in

  • information = informatie
  • The information on the website is good.

    informatie

  • international = internationaal
  • Taxi is an international word.

    internationaal

  • listen = luisteren
  • listen, everyone! Lunch is at half past twelve.

    luisteren

  • Mr = meneer
  • Mr Ward is a teacher.

    meneer

  • name = naam
  • Hi! My name is Katya.

    naam

  • new = nieuw
  • Here are your new English friends, Emily and Adam.

    nieuw

  • nice = leuk
  • It's nice to meet you.

    leuk

  • nine = negen
  • nineteen = negentien
  • oh = oh
  • one *** = een
  • person = persoon
  • The person in the photograph is his girlfriend.

    persoon

  • phone number = telefoonnummer
  • My phone number is 291347

    telefoonnummer

  • pleased = blij
  • We're very pleased to be here.

    blij

  • Road = straat / weg
  • My address is 14 Park Road.

    straat / weg

  • Russia = Rusland
  • The capital of Russia is Moscow.

    Rusland

  • school = school
  • The school visit is at 1.55.

    school

  • seven = zeven
  • seventeen = zeventien
  • six = zes
  • sixteen = zestien
  • Spain = Spanje
  • I'm Teresa and I'm from Valencia in Spain.

    Spanje

  • street = straat
  • Adam's address is 8 Hill street, Lewes

    straat

  • student = student(e) / scholier
  • The students are in the Royal Pavilion.

    student(e) / scholier

  • Switzerland = Zwitserland
  • The capital of Switzerland is Bern.

    Zwitserland

  • teacher = leraar / lerares
  • Mr Ward is a teacher.

    leraar / lerares

  • ten = tien
  • the USA = de VS (Verenigde Staten van Amerika)
  • Washington D.C. is the capital of the USA.

    de VS (Verenigde Staten van Amerika)

  • thirteen = dertien
  • three = drie
  • The three rioters immediately forget what brought them here, only thinking about the gold.

    Onmiddellijk vergaten de drie relschoppers wat ze hier bracht en denken ze alleen aan het goud.

  • twelve = twaalf
  • I sentence you to a twelve pence fine.

    Ik veroordeel je tot een boete van twaalf pence.

  • twenty = twintig
  • What the murderers don't know is that, twenty minutes earlier...

    Wat de moordenaars niet weten is dat twintig minuten eerder ...

  • two = twee
  • welcome = welkom / welkomst
  • The welcome party is at 7.15.

    welkom / welkomst

  • zero = nul