FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Stercollectie
Family and friends - lj1
Blok_03_My dad / My mum_hv12
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
I don't know what is called.
=
Ik weet niet hoe het heet.
What do you want on your pizza?
=
Wat wil je op je pizza hebben?
I'm not a daugther, I'm a boy.
=
Ik ben geen dochter, ik ben een jongen.
Petal is my third daughter.
=
Petal is mijn derde dochter.
My mum can be a pain, but mostly it's great living with her!
=
Mijn moeder kan irritant zijn, maar meestal is het geweldig om bij haar te wonen!
My mum loves music.
=
Mijn moeder houdt van muziek.
Last weekend we went to a pop concert together.
=
Vorig weekend zijn we samen naar een popconcert geweest.
My mum loves reading.
=
Mijn moeder houdt van lezen.
In the evening we sometimes watch TV together.
=
's Avonds kijken we soms samen tv.
My mum sometimes helps me with my homework.
=
Mijn moeder helpt me soms met mijn huiswerk.
Every now and then we get a take-out.
=
Af en toe halen we iets af.
When she's working late, I often cook dinner for us both.
=
Als je moet overwerken, maak ik vaak avondeten voor ons allebei.
Most days, my mum gets home at 5 o'clock.
=
Meestal komt mijn moeder om 5 uur thuis.
My mum is a teacher, but she doesn't teach children.
=
Mijn moeder is lerares, maar ze geeft geen les aan kinderen.
Sometimes she takes me to school.
=
Soms brengt ze me naar school.
She makes us breakfast.
=
Ze maakt ontbijt voor ons klaar.
My mum gets up early most days.
=
Mijn moeder staat meestal vroeg op.
She's got green eyes.
=
Ze heeft groene ogen.
Her hair is black, but she's already got some grey in it.
=
Haar haar is zwart, maar ze heeft er al wat grijs in.
Until the divorce we lived in Scotland.
=
Tot de scheiding woonden we in Schotland.
I live in England with my mum.
=
Ik woon met mijn moeder in Engeland.
I'm 13 years old.
=
Ik ben 13 jaar.