Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Latijn Nederlands
  • vires = virium, vr. mv., 1. de kracht 2. de strijdkrachten
  • tempus = temporis, onz., de tijd
  • reddere = reddo, 1. teruggeven 2. geven
  • pars = partis, vr., 1. het deel 2. de kant
  • os = oris, onz., 1. de mond 2. het aangezicht
  • nullus = nulla, nullum, geen
  • nolle = nolo, niet willen
  • nomen = nominis, onz., de naam
  • nec / neque = 1. en niet 2. ook niet
  • nec ... nec ... / neque ... neque ... = niet ... en ook niet ...
  • hic = haec, hoc, deze / dit ... (hier)
  • ignis = ignis, m., het vuur
  • ille = illa, illud, die / dat ... (daar)
  • gratia = gratiae, vr., 1. de charme 2. de dank
  • deus = dei, m., de god
  • dea = deae, vr., de godin
  • domus = domus, vr., het huis
  • ars = artis, vr., de vaardigheid, de kunst
  • amica = amicae, vr., de vriendin
  • amicus = amici, m., de vriend
  • -que = en
  • at = maar, daarentegen
  • autem = maar; vaak onvertaald
  • deesse = desum, ontbreken
  • facere = facio, 1. doen 2. maken
  • ferre = fero, 1. dragen 2. brengen
  • haud = helemaal niet
  • magis = meer
  • maximus = maxima, maximum, 1. zeer groot 2. grootste
  • miser = misera, miserum, ongelukkig, ellendig
  • nisi = 1. als niet 2. tenzij
  • nondum = nog niet
  • nonne? = toch wel? …, niet?
  • nunc = nu
  • ostendere = ostendo, laten zien, tonen
  • primum = eerst
  • primus = prima, primum, eerste
  • quia = omdat
  • quid? = 1. wat? 2. waarom?
  • quoniam = aangezien
  • respondere = respondeo, antwoorden
  • tendere = tendo, 1. spannen 2. gaan naar
  • totus = tota, totum, heel
  • vincere = vinco, overwinnen
  • vis = vr. (geen gen.), 1. de kracht, de macht 2. het geweld