Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • What's on at the cinema? = Wat draait er in de bioscoop?
  • Is there anything good on at the cinema? = Draait er iets goeds in de bioscoop?
  • What's this film about? = Waar gaat deze film over?
  • Have you seen it? = Heb jij hem gezien?
  • Who's in it? = Wie speelt er in?
  • Do you want anything to drink? = Wil je iets drinken?
  • Where do you want to sit? = Waar wil je zitten?
  • How much is it to get in? = Hoeveel is de entree?
  • Is there an admission charge? = Is er een entree?
  • Only for the exhibition = Alleen voor de tentoonstelling
  • What time do you close? = Wanneer gaat u dicht?
  • The museum's closed on Mondays = Het museum is gesloten op maandagen
  • Where's the cloakroom? = Waar is de garderobe?
  • Free admission = Gratis entree
  • No photography = Geen foto's