Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • Do you have your own cell phone? (AmE) = Heb je een eigen mobieltje?
  • When did you buy your current phone? = Wanneer heb je je huidige telefoon gekocht?
  • How much was it? = Hoe duur was die?
  • Which phone company do you use? = Welke telefoonaanbieder gebruik je?
  • Do you have a monthly plan or do you use prepaid credit? = Betaal je maandelijks of gebruik je een prepaid kaart?
  • Are you happy with your cell phone? = Ben je tevreden met je telefoon?
  • How much do you spend on your cell phone each month ? = Hoeveel geef je per maand uit aan je telefoon?
  • Who do you call most often? = Wie bel je het meest?
  • How long could you live without your phone? = Hoe lang kan je zonder je telefoon?
  • Can you surf the web with your cell phone? = Kan je surfen op internet met jouw mobieltje?
  • Does your cell phone have a camera? = Heeft jouw mobieltje een camera?
  • Do you use your cell phone to listen to music? = Gebruik je je mobieltje om naar muziek te luisteren?
  • What does your ringtone sound like? = Hoe klinkt je ringtone?