Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • capable = capabel
  • capacity = capaciteit
  • category = categorie
  • cease = ophouden
  • challenge = uitdaging
  • channel = kanaal
  • chapter = hoofdstuk
  • chart = grafiek
  • chemical = chemisch
  • circumstance = omstandigheid
  • cite = citeren
  • civil = burgerlijk
  • clarify = verduidelijken
  • classic = klassiek
  • clause = clausule
  • code = code
  • coherent = samenhangend
  • coincide = samenvallen
  • collapse = ineenstorting
  • colleague = collega
  • commence = beginnen
  • comment = commentaar
  • commission = commissie
  • commit = plegen
  • considerable = aanzienlijk
  • consist (of) = bestaan (uit)
  • constant = constant
  • constitute = vormen
  • constrain = beperken
  • construct = bouwen
  • consult = raadplegen
  • consume = verbruiken
  • contact = contact (persoon)
  • contemporary = hedendaags
  • context = context
  • contract = contract
  • contradict = tegenspreken
  • contrary = integendeel
  • contrast = contrast
  • contribute = bijdragen
  • controversy = controverse
  • convene = bijeenkomen
  • commodity = gebruiksartikel
  • communicate = communiceren
  • community = gemeenschap
  • compatible = verenigbaar
  • compensate = compenseren
  • compile = samenstellen
  • complement = aanvulling
  • complex = complex
  • component = component
  • compound = verbinding
  • comprehensive = uitgebreid
  • comprise = bevatten
  • compute = berekenen
  • converse = omgekeerd
  • convert = omzetten
  • convince = overtuigen
  • cooperate = samenwerken
  • coordinate = coördineren
  • core = kern
  • corporate = gezamenlijk
  • correspond = overeenstemmen
  • couple = paar
  • create = creëren
  • credit = credit
  • criteria = criteria
  • crucial = cruciaal
  • culture = cultuur
  • currency = valuta
  • cycle = cyclus
  • computerize = automatiseren