Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • payday = ik mijn loon krijg
  • Could I borrow a few bucks until payday?

    Kan ik een paar dollar lenen tot ik mijn loon krijg?

  • strapped for cash = geld nodig
  • I'm strapped for cash.

    Ik heb geld nodig.

  • to make ends meet = rondkomen
  • I can't seem to make ends meet.

    Ik kan maar niet rondkomen.

  • be loaded = veel geld hebben
  • You have a great job, so you must be loaded.

    Je hebt een goede baan dus je moet veel geld hebben.

  • income = verdien
  • How much is your income?

    Hoeveel geld verdien je?

  • expenses = uitgaven
  • You need to keep track of your expenses.

    Je moet je uitgaven bijhouden.

  • paying through the nose = betaalt je scheel
  • You are paying through the nose for your apartment.

    Je betaalt je scheel aan je appartement.

  • blow = verspillen
  • You can't just blow your money on things like that!

    Je kunt je geld niet zomaar aan die dingen verspillen.

  • payments = betalingen
  • My monthly payments are only $450.

    Mijn maandelijkse betalingen zijn maar $450.

  • curb your spending = uitgaven in toom houden
  • You must curb your spending.

    Je moet je uitgaven in toom houden.

  • broke = failliet
  • Or you'll end up broke.

    Anders ga je failliet.

  • right use of money = het juiste gebruik van geld
  • What is the right use of money?

    Wat is het juiste gebruik van geld?

  • generosity = vrijgevigheid
  • Some people say it is generosity.

    Sommige mensen zeggen dat het vrijgevigheid is.

  • avarice = gierigheid
  • It might also be avarice.

    Het kan ook gierigheid zijn.

  • thriftiness = zuinigheid
  • You can make money by thriftiness.

    Je kan geld verdienen door zuinigheid.

  • saving = spaart
  • He is saving money.

    Hij spaart geld.

  • bequeathed = nagelaten geld
  • They got bequeathed money.

    Zij hebben nagelaten geld gekregen.