Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • Diane is a nurse. = Diane is verpleegster.
  • Jennifer is a hairdresser. = Jennifer is kapster.
  • Nina would like to be an explorer. = Nina zou graag ontdekkingsreiziger willen zijn.
  • Ryan is a park ranger. = Ryan is boswachter.
  • Najla is a veterinarian. = Najla is dierenarts.
  • Najla would like to be a volonteer. = Najla zou graag vrijwilliger willen zijn.
  • Sandy is a tour guide. = Sandy is reisgids.
  • Angelina is a bartender. = Angelina is barkeepster.
  • Angelina would like to be an entrepreneur. = Angelina zou graag ondernemer willen zijn.
  • Jesus is a teacher. = Jesus is leraar.
  • For which job are you going to apply? = Op welke baan ga je solliciteren?
  • First you need to write an application letter. = Eerst moet je een sollicitatiebrief schrijven.
  • Sometimes you can fill in an application form. = Soms kun je een sollicitatieformulier invullen.
  • You usually need to apply in writing. = Meestal moet je schriftelijk solliciteren.
  • For this job you need no experience. = Voor deze baan heb je geen ervaring nodig.
  • What are the requirements for that job? = Wat zijn de vereisten voor die baan?
  • This job has a lot of opportunities. = Deze baan biedt heel veel mogelijkheden.
  • They'll help your professional development. = Ze helpen je bij je beroepsontwikkeling.
  • That job requires keyboarding skills. = Die baan vereist toetsenbord vaardigheden.
  • You also have to be able to work independently. = Je moet ook onafhankelijk kunnen werken.