FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Stercollectie
Family and friends - lj1
Blok_03_My dad/My mum_vmbo12
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
I'm 13 years old.
=
Ik ben 13 jaar.
I live with my mum.
=
Ik woon bij mijn moeder.
Let me tell you about my mum.
=
Ik zal je iets vertellen over mijn moeder.
Her hair is black and grey.
=
Haar haar is zwart met grijs.
She's got green eyes.
=
Ze heeft groene ogen.
My mum gets up early.
=
Mijn moeder staat vroeg op.
She makes our breakfast.
=
Ze maakt ons ontbijt klaar.
Sometimes she takes me to school.
=
Soms brengt ze me naar school.
My mum is a teacher.
=
Mijn moeder is lerares.
She doesn't teach children.
=
Ze geeft geen les aan kinderen.
My mum gets home at 5 o'clock.
=
Mijn moeder komt om 5 uur thuis.
Sometimes I help her cook dinner.
=
Soms help ik haar met het avondeten.
My mum helps me with my homework.
=
Mijn moeder helpt me met mijn huiswerk.
In the evening we watch TV.
=
's Avonds kijken we tv.
My mum loves reading.
=
Mijn moeder houdt van lezen.
Last weekend we went to a popconcert.
=
Vorig weekend zijn we naar een popconcert geweest.
My mum loves music.
=
Mijn moeder houdt van muziek.
It's great living with my mum.
=
Het is geweldig om bij mijn moeder te wonen.
Petal is my third daughter.
=
Petal is mijn derde dochter.
I'm not a daughter, I'm a boy.
=
Ik ben geen dochter, ik ben een jongen.
What do you want on your pizza?
=
Wat wil je op je pizza hebben?
I don't know what it is called.
=
Ik weet niet hoe het heet.