FR
EN
NL
DE
ES
IT
Apprendre le vocabulaire
Conseils
Méthode d'étude
Démarrer
Wozzol
Conseils
Méthode d'étude
Listes de vocabulaire
Actualités
Apprendre du vocabulaire
Si vous souhaitez apprendre plus de vocabulaire dans une langue étrangère, n'hésitez pas à nous le faire savoir.
Contactez nous
Liste de vocabulaire
Listes de vocabulaire
Engels
Stercollectie
Family and friends - lj1
Blok_02_My family_vmbo12
Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.
Actions
Liste ouverte pour apprendre
Imprimer la liste sous forme de
flashcards
Exporter la liste dans un fichier texte
Engels
Nederlands
My friends and family call me Pancho.
=
Mijn vrienden en familie noemen me Pancho.
Tell me about your family.
=
Vertel me iets over jouw familie.
I have seven brothers and six sisters.
=
Ik heb zeven broers en zes zussen.
Are you the oldest?
=
Ben jij de oudste?
No. I'm the second oldest.
=
Nee, ik ben de op een na oudste.
What do your parents do?
=
Wat voor beroep hebben je ouders?
My father is a taxi driver.
=
Mijn vader is taxichauffeur.
My mother has a small store.
=
Mijn moeder heeft een klein winkeltje.
We mainly sell food.
=
We verkopen hoofdzakelijk etenswaren.
Mary is from Dorset.
=
Mary komt uit Dorset.
Her hair is long and brown.
=
Haar haar is lang en bruin.
She has got brown eyes.
=
Ze heeft bruine ogen.
Mary's mother is a teacher.
=
Mary's moeder is lerares.
Her hair is blond and her eyes are brown.
=
Haar haar is blond en haar ogen zijn bruin.
Her husband is Nick.
=
Haar man heet Nick.
He has got brown hair and blue eyes.
=
Hij heeft bruin haar en blauwe ogen.
He's a bus driver.
=
Hij is buschauffeur.
Jane and Nick have got three children.
=
Jane en Nick hebben drie kinderen.
Sean is six and Peter is twelve years old.
=
Sean is zes en Peter is twaalf.
Peter's hamster is small.
=
De hamster van Peter is klein.
Sean has got a goldfish.
=
Sean heeft een goudvis.