Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • has a crush on = is verliefd op
  • George has a crush on Linda.

    George is verliefd op Linda.

  • straight-forward = recht op je doel af
  • Just go straight-forward.

    Ga gewoon recht op je doel af.

  • give her an appearance = laat jezelf zien
  • Say "Hi, my name is George" and give her an appearance.

    Zeg: ”Hallo, ik heet George” en laat jezelf zien.

  • Assuming = Er vanuit gaan
  • Assuming she will say yes.

    Er vanuit gaan dat ze ja zegt.

  • a date = een afspraakje
  • What's fun to do on a date ?

    Wat is leuk om te doen tijdens een afspraakje?

  • offensive = aanstootgevend
  • Paying on the first date can be offensive to women.

    Betalen tijdens het eerste afspraakje kan aanstootgevend zijn voor vrouwen.

  • casually = terloops
  • I think you should just ask her casually.

    Ik denk dat je haar terloops moet uitvragen.

  • finished with me = heeft het uitgemaakt
  • My boyfriend finished with me.

    Mijn vriendje heeft het uitgemaakt.

  • get involved with = verkering krijgen
  • The only thing you did wrong was get involved with this lad.

    Het enige wat je verkeerd gedaan hebt is verkering krijgen met die knul.

  • encounter = ontmoeting
  • He obviously used your encounter

    Hij heeft jullie ontmoeting blijkbaar gebruikt….

  • backing out = het uit te maken
  • ... as a way of backing out.

    …als een manier om het uit te maken.

  • insensitive = ongevoelig
  • He was completely insensitive to your feelings.

    Hij was totaal ongevoelig voor jouw gevoelens.

  • Try to ignore it = Probeer het te negeren
  • Try to ignore it.

    Probeer het te negeren.

  • share a snog = zoenen
  • Who would like to share a snog?

    Wie wil er zoenen?

  • disappointed = teleurgesteld
  • My parents would be disappointed in me.

    Mijn ouders zullen teleurgesteld in mij zijn.

  • explain = uitleggen
  • You need to explain the situation.

    Je moet de situatie uitleggen.

  • worth the hassle = het gedoe waard
  • Is this boy really worth the hassle?

    Is deze jongen het gedoe waard?

  • I'm scared = Ik ben bang
  • I'm scared of meeting people.

    Ik ben bang om mensen te ontmoeten.

  • shy = verlegen
  • I am very shy.

    Ik ben heel erg verlegen.

  • suffer from = lijden aan
  • Lots of people suffer from shyness.

    Veel mensen lijden aan verlegenheid.