Wozzol

Veuillez vérifier que la liste de vocabulaire est correcte avant de l'apprendre.

  • Engels Nederlands
  • to debate = discussiëren; debatteren
  • to dominate = domineren
  • fight = gevecht; strijd
  • fierce = heftig; hevig
  • to battle it out = het uitvechten
  • to overtake = inhalen
  • annual = jaarlijks
  • contender = kanshebber
  • tough = moeilijk; zwaar
  • to be neck and neck = nek aan nek zijn
  • (un)fair = (on)eerlijk
  • to boast = opscheppen
  • ranking = (positie in een) ranglijst
  • competitive = prestatiegericht
  • reputation = reputatie
  • rivalry = rivaliteit
  • spectator = toeschouwer
  • to compete = wedijveren; meedingen
  • to fight off = weerstand bieden tegen
  • If I were to lose, I would be crushed. = Als ik zou verliezen, zou ik enorm balen.
  • If you take first place, I’ll eat my hat. = Als jij eerste wordt, eet ik mijn pet op.
  • They won’t get the trophy if they don’t win. = Ze zullen de trofee niet krijgen als ze niet winnen.
  • No doubt we’ll beat your team by miles. = Wij zullen jouw team zonder twijfel met een grote voorsprong verslaan.
  • It's unlikely that they’ll catch up with their rivals. = Het is onwaarschijnlijk dat ze gelijk zullen komen met hun rivalen.
  • I’ll bet we defeat them again. = Ik wed dat we ze weer zullen verslaan.
  • I imagine we’ll take first position. = Ik neem aan dat we eerste zullen worden.
  • There's no chance of us winning. = We kunnen met geen mogelijkheid winnen.
  • In all probability it will be a head-to-head match. = Het zal waarschijnlijk een nek-aan-nekrace worden.
  • I wouldn't be surprised if they lost the competition. = Het zou mij niets verbazen als zij de wedstrijd verloren.